Thema’s > Economie
Economische groei
Slowakije kende in 2004 een economische groei van 5,5 procent. In 2003 steeg het bruto binnenlands product (BBP) ook al met 4,2 procent. Voor de komende twee jaar wordt een nog hogere groei verwacht; daarna zal de economische groei langzaam afnemen. In 2004 zijn de binnenlandse vraag en de investeringen toegenomen. De stijging van de binnenlandse vraag heeft te maken met de hogere inkomensgroei bij de bevolking. De reële loongroei bedroeg 4,1 procent, een vol procent hoger dan verwacht. In 2003 werd het reële loon van de Slowaken door de hoge inflatie echter lager, waardoor de consumptieve bestedingen afnamen.
Een tegenvaller vormde de werkloosheid, die met 18,1 procent zo’n 0,7 procent hoger lag dan in 2003. Volgens Eurostat had Slowakije de op één na hoogste werkloosheid in de 25 EU-lidstaten; Polen kende de hoogste werkloosheid.
Inflatie
Het inflatiepercentage in 2004 bedroeg 7,5 procent. In 2003 was dat 8,6 procent en in 2002 3,3 procent. In het kader van de EU-toetreding heeft de Slowaakse regering in januari 2003 een aantal vastgestelde prijzen geliberaliseerd. Als gevolg hiervan stegen de prijzen voor de verzekering van auto’s, posttarieven en de huur. Per 1 januari 2004 zijn de prijzen voor gas, elektra en water (stijging van 35 procent) en de accijnzen aanzienlijk verhoogd. Sinds juli 2004 zijn de voedselprijzen en prijzen van niet-alcoholische dranken met zo’n 3 procent gedaald. De inflatie was in 2004 lager dan in 2003. Dit kwam onder meer door de import die na de EU-toetreding gemakkelijker is geworden, de sterke kroon, goede oogstopbrengsten en de komst van de nieuwe supermarktketen Lidl, die onder meer andere supermarkten dwong hun prijzen te verlagen. De Nationale Bank heeft als doel om voor 2005 een inflatiepercentage van 3,5 te behalen.
Sinds 2009 is Slowakije toegetreden tot de eurozone. De wisselkoers is vastgelegd op 30,126 kroon voor 1 euro.
Werkgelegenheid
De hoge werkloosheid is de belangrijkste rem op de economische ontwikkeling van Slowakije. In 2004 bedroeg de werkloosheid 18,1 procent; in 2003 was dit percentage 17,4.
De regionale verschillen zijn enorm; van een werkloosheidspercentage van tegen de 3 procent in Bratislava tot 19 procent in de regio Banská Bystrica en Košice in Oost-Slowakije. In 2004 stegen de gemiddelde lonen in Slowakije met 10 procent; de reële loongroei bedroeg 4,1 procent. In 2004 bedroeg het gemiddeld loon 421 euro per maand. In de Oost-Slowaakse districten Sobrance en Bardejov bedoeg het loon evenwel slechts 60 procent van het gemiddelde. In de gehele Oost-Slowaakse provincie Prešov bedroeg het loon 78 procent van het landelijk gemiddelde. In Bratislava echter bedroeg het loon 120 procent van het landelijk gemiddelde. De grootste loonstijgingen waren in de telecommunicatiesector (14,3 procent) en in de autoverkoop en -onderhoud (11 procent). De reële lonen in de groothandel (5,4 procent) en detailhandel (3,8 procent) stegen middelmatig. Sectoren met een geringe stijging waren de industrie (2,3 procent), horeca (1,7procent), bouw (1,4 procent) en transport (0,4 procent). Autoverhuur en makelaardij kenden een nulgroei.
Ondanks de loonstijgingen blijven de lonen in Slowakije laag. Volgens een onderzoek dat door de Federation of European Employers inde Europese landen is verricht, bevindt Slowakije zich qua hoogte van het gemiddeld maandloon op de 35e plaats. Omringende landen als Hongarije, Polen en Tsjechië, maar opvallend ook een land als Kroatië (30e plaats), kennen volgens het onderzoek hogere lonen.
Eind 2003 heeft het parlement een wet aangenomen die een differentiatie aanbrengt in de intervallen waarin een werkloze zich moet melden bij het plaatselijke arbeidsbureau. Slowaken die meer dan twaalf maanden werkloos zijn, moeten zich voortaan wekelijks melden. Voorheen moesten zij zich iedere twee weken melden. Werklozen die zich hebben ingeschreven voor een door het arbeidsbureau georganiseerde herscholing, hoeven zich maar eenmaal per maand te melden. Op 1 februari 2004 is er een nieuwe wet in werking getreden voor arbeidsbemiddelingdiensten die de aanpak voor het verlenen van diensten verbetert. De nadruk ligt op een betere kwaliteit en veiligheid en minder complexiteit in de dienstverlening.
Rente
Tot en met 2004 was het beleid van de Centrale Bank vooral gericht op het vasthouden van de sterke Slowaakse kroon. Daarnaast pleit de Centrale Bank voor marktinterventie en interventie in de rentetarieven. In 2004 heeft de Slowaakse Centrale Bank het rentetarief naar beneden bijgesteld vanwege de sterk gestegen kroon. De rente voor leningen bedroeg in 2004 gemiddeld zo’n 8 procent; in 2003 was dat 8,5 procent.
Economisch beleid
Slowakije is op 1 mei 2004 toegetreden tot de Europese Unie. In het kader van de toetreding heeft de regering in 2003 het National Development Plan goedgekeurd, waarin beschreven staat hoe de structuurfondsen van de EU met cofinanciering van de Slowaakse regering besteed gaan worden. Gedurende de periode 2004-2006 krijgt Slowakije uit deze fondsen een bedrag van 1,04 miljard euro toegewezen. De volgende prioriteitsgebieden zijn bepaald:
- ontwikkeling van de basisinfrastructuur;
- ontwikkeling van landbouw en platteland;
- ontwikkeling van het personeelsbeleid;
- ontwikkeling van de industrie- en dienstensector.
In dezelfde periode is uit Europese cohesiefondsen 570 miljoen euro beschikbaar voor Slowakije. Deze zijn bestemd voor medefinanciering van de infrastructuur in de milieu- en transportsector. In de periode 2007-2013 zal het land jaarlijks 46 miljard Slowaakse kroon (1,22 miljard euro) uit Brussel ontvangen, drie maal zo veel als het tot nu toe ontvangen heeft. Daarnaast zal het 375 miljoen euro ontvangen voor de sluiting van de Jaslovské Bohunice kerncentrale. Voor de ontwikkeling van de infrastructuur en de onderontwikkelde regio’s krijgt het land 390 miljoen euro.
Sinds begin 2004 zijn er al drastische wijzigingen in het belastingstelsel doorgevoerd: de BTW, loon- en inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting zijn vastgesteld op 19 procent. Daarnaast zijn er hervormingen doorgevoerd in het pensioen en het sociale zekerheidsstelsel, de gezondheidszorg, de arbeidswetgeving, privatiseringen van overheidsbedrijven, de deregulering van de water- en energieprijzen en de voltooiing van het territoriale decentralisatieproces, waaronder de fiscale decentralisatie. Investeringen in en hervormingen van het onderwijs zijn dringend noodzakelijk. Het land moet nog beginnen met de hervorming van het oude communistische onderwijs. Volgens het bedrijfsleven levert het beroepsonderwijs slecht op de arbeidsmarkt voorbereide leerlingen af. Met de onderwijshervorming zal wellicht pas na de vorming van een nieuwe regering in september 2006 begonnen worden.
Privatisering
In de afgelopen jaren zijn er al veel staatsbedrijven geprivatiseerd. De overdracht van staatsaandelen naar private handen wordt gedaan door het National Property Fund of the Slovak Republic.
Sinds juli 2005 is de privatisering van de luchthavens Bratislava en Košice in volle gang. Naar verwachting zal de verkoop van 100 procent van de aandelen in de goederenpoot van de Slowaakse Spoorwegen ZSSK in 2006 afgerond worden. De selectie van de investeerders in zes energiebedrijven in Bratislava, Žilina, Trnava, Zvolen, Martin en Košice staat voor 2006 gepland. Sinds eind 2004 is de verkoop van 66 procent van de aandelen in de energieproducent Slovenske Elektrarne in volle gang. Het Italiaanse Enel zal per april 2006 de meerderheidsaandeelhouder worden.
Per 1 januari 2004 is er een wet in werking getreden die de Staat toestaat de resterende aandelen in zogenoemde strategische ondernemingen te verkopen. De Staat hoeft niet langer een meerderheidsaandeel van 51 procent in staatsbedrijven te handhaven. De regering zal per bedrijf bekijken of en hoeveel aandelen er verkocht zullen worden. Deze wetswijziging beoogt de strategische bedrijven aantrekkelijker te maken voor buitenlandse investeerders.
Begrotingsbeleid
In 2005 is het tekort op het staatsbudget flink afgenomen. Het tekort bedroeg 33,9 miljard kroon (895 miljoen euro) en is 730 miljoen euro minder dan begroot. Met name de overheidsuitgaven waren veel lager dan verwacht. In 2004 bedroeg het staatstekort nog meer dan het dubbele van 2005. De positieve ontwikkeling van de economie wordt gezien als de belangrijkste oorzaak van de verbetering van het staatsbudget. Dankzij de aanhoudende lage rentetarieven en minder sociale uitkeringen door een hogere werkgelegenheid heeft de regering haar uitgaven kunnen beperken. Daarnaast waren de overheidsinkomsten door de BTW-belasting en inkomstenbelasting hoger dan verwacht. Het begrotingstekort bedraagt 3,1 procent van het BBP. In 2004 bedroeg het tekort nog 3,8 procent van het BBP. Slowakije streeft naar een verdere verlaging van dit tekort tot zo’n 2,9 procent van het BBP in 2006.
Monetair beleid
Na een hoge inflatie in 2003 (8,6 procent) en 2004 (7,5 procent) laat 2005 een lagere inflatie van 2,7 procent zien. Het hoge percentage in 2003 en 2004 werd voornamelijk veroorzaakt door accijnsverhoging en liberalisatie van overheidstarieven, zoals de tarieven voor energielevering. De Slowaakse Centrale Bank heeft een belangrijke wijziging in het monetaire beleid voor 2005 doorgevoerd. Om te voldoen aan de eisen van prijsstabiliteit zoals vermeld in het Verdrag van Maastricht, moet de inflatie flink gereduceerd worden. Een jaarlijks inflatiepercentage dat niet hoger is dan 1,5 procent boven het gemiddelde van de drie EU-landen met de laagste inflatie is hiervoor noodzakelijk. De Centrale Bank heeft zich tot doel gesteld de inflatie te laten dalen tot onder de 2,5 procent in 2006 en minder dan 2 procent in 2007. Voor 2006 wordt verwacht dat de inflatie zal stijgen door de verhoging van de gereguleerde prijzen (onder andere energieprijzen), wat betekent dat de overheid haar monetair beleid moet verscherpen.
Tot en met 2004 was het beleid van de Centrale Bank vooral gericht op het vasthouden van de sterke Slowaakse kroon. Daarnaast pleit de Centrale Bank voor marktinterventie en interventie in de rentetarieven. In maart 2005 heeft de Slowaakse Centrale Bank het rentetarief naar beneden bijgesteld. Omdat de Europese Centrale Bank haar rentetarieven heeft verhoogd en dat wellicht nogmaals in 2006 zal doen, is de verwachting dat de Slowaakse Centrale Bank haar rente ook zal verhogen.
Auto-industrie
Meerdere internationale autoproducenten hebben ervoor gekozen om hun productie (deels) te verplaatsen naar Slowakije. Factoren als lagere lonen en een aantrekkelijk belastingklimaat hebben er in bijgedragen dat grote producenten als Volkswagen/Audi, KIA en Citroën productiefaciliteiten in Slowakije hebben opgestart.
Vestigingen | In produktie in Slowakije | |
---|---|---|
Audi (Volkswagen AG) | Bratislava | Audi Q7 |
Kia Motors (Hyundai Kia Automotive Group) | Žilina | KIA c’eed |
Citroën (PSA Peugeot Citroën) | Trnava | Citroën C3 Picasso |
De aanwezigheid van deze grote producenten brengt veel extra werkgelegenheid met zich mee doordat ook toeleveranciers zich vestigen in de nabijheid van de fabrieken.