Het volkslied van Slowakije komt uit 1844 en is ontstaan tijdens demonstratietocht van studenten van het Evangelisch Luthers Lyceum van Presburg (Slowaaks: Prešporok, sinds 1919 Bratislava) naar Leutschau (nu Levoča) als protest tegen het ontslag van hun leraar Ľudovít Štúr door de Hongaarse autoriteiten.
De tekst is geschreven door Janko Matúška op de melodie van het volkslied Kopala studienku. Het lied werd populair tijdens de Slowaakse Vrijwilligersdemonstraties van 1848-1849, maar verscheen pas in 1851 voor het eerst op papier.
In 1920 werd het onderdeel van het volkslied van Tsjechoslowakije, dat bestond uit het volkslied van het huidige Tsjechië gevolgd door het eerste deel van Nad Tatrou sa blýska.
In 1993, na de onafhankelijkheid van Slowakije, werden de eerste twee coupletten van dit lied, het volkslied van Slowakije. Het gehele lied heeft vier coupletten.
Nad Tatrou sa blyska Boven de Tatra flitst het Nad Tatrou sa blýska, hromy divo bijú,
Nad Tatrou sa blýska, hromy divo bijú,
Zastavme ich bratia, nech sa ony stratia, Slováci oijú,
Zastavme ich bratia, nech sa ony stratia, Slováci oijú.
Boven de Tatra flitst het, donders gaan tekeer.
Broers we moeten stoppen
Laten we ze gaan, ze verdwijnen
Slowaken komen weer bij leven.
To Slovensko naše posiaľ tvrdo spalo,
To Slovensko naše dosiaľ tvrdo spalo,
Ale blesky hromu vzbudzujú ho k tomu, aby sa prebralo,
Ale blesky hromu vzbudzujú ho k tomu, aby sa prebralo.
Dat Slowakije van ons, die heeft tot nu toe hard geslapen
Maar die donders
Maken hem wakker,
Zodat hij in opstand komt.
U Slovensko vstáva putá si strháva,
U Slovensko vstáva putá si strháva,
Hej rodina milá, hodina odbila, ije matka Sláva,
Hej rodina milá, hodina odbila, ije matka Sláva.
Ešte jedle rastú na krivánskej strane,
Ešte jedle rastú na krivánskej strane,
Kto jak Slovák cíti, nech sa šable chytí a medzi nás vstane,
Kto jak Slovák cíti, nech sa šable chytí a medzi nás vstane.
JANKO MATUSKA
Wonder- Mooi TATRA VOLKS – LIED!!!.